“…Doet u waar u goed in bent en laat de rest aan ons over…”

Nalaten of schenken door iemand die in het buitenland woont aan iemand die in Nederland woont

Hoe zit dat wettelijk?

In de Successiewet 1956 (SW) is in artikel 1, lid 1 onder 1 en 2 het volgende geregeld. Krachtens de SW worden de volgende belastingen geheven:

  1. erfbelasting over de waarde van al wat krachtens erfrecht wordt verkregen door het overlijden van iemand die ten tijde van het overlijden in Nederland woonde;
  2. schenkbelasting over de waarde van al wat krachtens schenking wordt verkregen van iemand die ten tijde van de schenking in Nederland woonde.

Fictiebepaling. Deze wetteksten wekken de indruk dat de ontvanger van de erfenis of schenking geen erf- of schenkbelasting (in Nederland) hoeft te betalen, wanneer de overledene of schenker ten tijde van het overlijden of het doen van de schenking niet in Nederland woonde. Hiermee zou relatief eenvoudig erf- of schenkbelasting kunnen worden omzeild, door kort voor het overlijden of het doen van een schenking Nederland te verlaten. Om dit te voorkomen, is in artikel 3 van de SW een fictiebepaling opgenomen.

Artikel 3 van de SW (woonplaatsfictie). Deze bepaling regelt het hiernavolgende.

  • Een Nederlander die in Nederland heeft gewoond en binnen tien jaren nadat hij Nederland heeft verlaten, is overleden of een schenking heeft gedaan, wordt geacht ten tijde van zijn overlijden of van het doen van de schenking in Nederland te hebben gewoond.
  • Ieder die in Nederland heeft gewoond en binnen een jaar nadat hij Nederland heeft verlaten een schenking heeft gedaan, wordt geacht ten tijde van het doen van de schenking in Nederland te hebben gewoond.

Bepalend. Daarmee ziet het eerste lid op de Nederlander. Het hebben van de Nederlandse nationaliteit ten tijde van het overlijden of het doen van de schenking is daarvoor dus bepalend. Verder strekt de werking van de tienjaarstermijn zich uit tot de erf- en schenkbelasting. Het tweede lid geldt ook voor niet-Nederlanders. Dit lid richt zich uitsluitend op de schenkbelasting (en dus niet op de erfbelasting). Artikel 3 van de SW is een antiontgaansbepaling.

Belastingvlucht. De belangrijkste rechtvaardiging tot invoering van deze tienjaarstermijn was het tegengaan van belastingvlucht. Nu in lid 1 gekozen is voor een tienjaarstermijn, wat een lange periode is, worden ook andere Nederlanders dan enkel degenen die op zoek zijn naar belastingbesparing, geconfronteerd met de woonplaatsfictie van artikel 3 van de SW.

Wanneer heeft u Nederland verlaten?

Wie de voorgaande wetteksten heeft gelezen, ziet dat het moet gaan om het verlaten hebben van Nederland. Wanneer is daarvan sprake? Er dient sprake te zijn van emigratie. Waar iemand woonachtig is, dient op basis van de concrete omstandigheden te worden beoordeeld.

Remigratie? Het kan voorkomen dat een Nederland emigreert om vervolgens weer te remigreren naar Nederland. In dat geval geldt gewoon de regeling van artikel 1, lid 1 van de SW (zie het Wettelijk kader). Bij een eventuele volgende emigratie begint de tienjaarstermijn opnieuw te lopen.

Om de woonplaatsfictie van artikel 3 van de SW te ontlopen, moet de Nederlander minimaal tien jaar uit Nederland geëmigreerd zijn. Mocht u dus belastingvrij willen schenken, wacht dan tot dit moment is bereikt.

Wilhelminalaan 1, 1441 EK Purmerend
Tel: 0299-767002 / E-mail: info@partnersinadministraties.nl