“…Doet u waar u goed in bent en laat de rest aan ons over…”
De groei van uw afzet laat te wensen over of heeft achteraf gezien toch meer aan die andere machine. Gelukkig kunt u het bedrijfsmiddel voor een redelijke prijs overdoen aan een collega. Wat komt daar fiscaal allemaal bij kijken?
Winst of verlies. Verkoopt u het bedrijfsmiddel boven of onder de boekwaarde, dan maakt u boekwinst of -verlies. Over de boekwinst moet u afrekenen met de fiscus, een boekverlies brengt u ten laste van de winst.
Zonder af te rekenen. Afrekenen over de boekwinst kunt u voorkomen door deze onder te brengen in een herinvesteringsreserve (HIR). Koopt u binnen drie jaar een ander bedrijfsmiddel, dan kunt u de boekwinst hierop in mindering brengen. Daardoor kunt u jaarlijks minder afschrijven, waardoor u per saldo in termijnen over de boekwinst afrekent.
Voorwaarden. Er gelden wel de nodige voorwaarden. Een belangrijke is dat u de herinvesteringsreserve alleen kunt afboeken op een bedrijfsmiddel waarop u langer dan 10 jaar afschrijft, als het dezelfde economische functie heeft. U mag dus niet de boekwinst op bijvoorbeeld een computer afboeken op de aanschafkosten van een pand.
Voor toekomstige gebeurtenissen met betrekking tot een bedrijfsmiddel kunt u soms nu al kosten ten laste van de winst brengen. Heeft u daartoe voor het verkochte bedrijfsmiddel een reserve of voorziening gevormd, dan valt deze automatisch vrij, bijvoorbeeld als u een kostenreserve heeft gevormd voor het onderhoud dat iedere vier jaar plaatsvindt. De vrijval verhoogt de winst in het jaar van de verkoop.
Heeft u bij de aanschaf van het bedrijfsmiddel investeringsaftrek ontvangen, dan moet u deze terugbetalen als de verkoop plaatsvindt binnen vijf jaar na het begin van het jaar van investeren. Dit geldt voor de Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) en voor de Milieu- en Energie-investeringsaftrek (MIA en EIA). U moet hetzelfde percentage terugbetalen als u destijds ontvangen heeft, maar dan over de verkoopprijs. Heeft u bijvoorbeeld op 30 augustus 2012 een machine gekocht waarvoor u een investeringsaftrek ontving, dan kun u deze dus beter pas na 2016 verkopen. U hoeft niets terug te betalen als de opbrengst in het jaar niet meer dan € 2.300,- is.
Kleine ondernemersregeling. Als u in een jaar per saldo minder dan € 1.883,- aan btw hoeft af te dragen, krijgt u een korting op het af te dragen bedrag. Bij verkoop van het bedrijfsmiddel moet u gewoon btw in rekening brengen en dus kan deze verkoop leiden tot een vermindering of het verloren gaan van deze KOR-korting.
Verkoop naar het buitenland. Verkoopt u het bedrijfsmiddel aan een buitenlandse ondernemer, dan dient u in de regel 0% btw in rekening te brengen. Er zijn enkele uitzonderingen, dus ga vooraf zelf even na of deze ook zien op uw situatie (zie http://www.belastingdienst.nl/ ). U kunt natuurlijk ook even contact opnemen met uw accountant of fiscaal adviseur, die kent immers uw btw-regime.