“…Doet u waar u goed in bent en laat de rest aan ons over…”

Drie eenvoudige manieren om erfbelasting te besparen

Met testamentaire regelingen kan eenvoudig erfbelasting worden bespaard. We behandelen drie veelvoorkomende regelingen: het opvullegaat, de oprentingsmogelijkheid en het kleinkindlegaat. Het opvullegaat en de oprentingsmogelijkheid is alleen mogelijk voor echtgenoten of geregistreerd partners met kinderen en dus niet voor alleenstaanden. Ook informeel samenwoners met kinderen kunnen hiervan gebruikmaken. Het kleinkindlegaat is ook mogelijk voor alleenstaanden.

1. Het opvullegaat

In de erfbelasting is het zo dat de langstlevende echtgenoot een grote vrijstelling heeft. Dit is een vrijstelling van circa € 800.000 (2024). Een kind heeft daarentegen maar een vrijstelling van € 25.000 (2024). De langstlevende en de kinderen zijn voor gelijke delen erfgenaam, hoewel de kinderen hun erfdeel krijgen in de vorm van een geldvordering. Met het afvullegaat kan de langstlevende de erfdelen van de kinderen verkleinen en zijn eigen deel vergroten. Zo kan de vrijstelling van de langstlevende optimaal worden benut. Vaak kan hierdoor heffing van erfbelasting na het overlijden van de eerste echtgenoot of partner worden voorkomen. Let op.  Het opvullegaat is geen wettelijk (erf)recht. Deze moet dus in het testament van de overledene staan om er gebruik van te kunnen maken. In de aangifte erfbelasting, dus in de regel binnen acht maanden na overlijden, geeft de langstlevende aan in hoeverre hij het opvullegaat aanvaardt. Ook gedeeltelijke aanvaarding van het opvullegaat is mogelijk, bijv. om ook de oprentingsmogelijkheid te benutten.

2. De oprentingsmogelijkheid

De geldvorderingen die de kinderen na het overlijden van de eerste echtgenoot krijgen, zijn renteloos. Dat betekent dat de waarde van de geldvorderingen door tijdsverloop niet groter worden, maar (nominaal) hetzelfde bedrag blijven. Na het overlijden van de eerste echtgenoot, kan de langstlevende met de kinderen overeenkomen dat de geldvorderingen rentedragend worden. Tip.  Hier is geen testament voor nodig, dit is een wettelijke mogelijkheid. Door gebruik te maken van de oprentingsmogelijkheid kan er erfbelasting worden bespaard voor de situatie dat de langstlevende overlijdt. De geldvorderingen worden daardoor groter. Dit eet de nalatenschap van de langstlevende op. Het is wel van belang dat van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt binnen de aangiftetermijn na overlijden eerste partner.

3. Het kleinkindlegaat

In de erfbelasting hebben kleinkinderen dezelfde vrijstelling als kinderen (€ 25.000). In veel gevallen wordt het kleinkindlegaat alleen opgenomen voor het overlijden van de langstlevende. Tip.  Door het meenemen van de kleinkinderen kunnen er meer vrijstellingen worden benut. Gevolg daarvan is uiteraard wel dat de kinderen daardoor minder zullen erven. In de regel: elke euro die naar het kleinkind gaat, bespaart € 0,10 aan erfbelasting. Massa is dus kassa. Bij grotere vermogens kan het nog lucratiever zijn om aan de kleinkinderen na te laten. Als de kinderen namelijk meer dan € 175.000 per kind erven (vrijstelling en eerste tariefschrijf), wordt het meerdere belast tegen 20%. In dat geval kan er zelfs 20% erfbelasting worden bespaard door aan de kleinkinderen na te laten. In dat geval zal – ook afhankelijk van de liquiditeitspositie – er wellicht voor worden gekozen om de kleinkinderen al een geldbedrag na te laten na het overlijden van de eerste echtgenoot. Hoe meer kleinkinderen er zijn, hoe meer er belastingvrij nagelaten kan worden. Net als voor het opvullegaat geldt dat de kleinkinderen niet automatisch erven. Wilt u hiervan gebruikmaken, neem de kleinkinderen dan mee in het testament.

Benut de mogelijkheden om testamentair erfbelasting te besparen. Leg de drie mogelijkheden voor aan uw adviseur of notaris en vraag welke in uw situatie gunstig uitpakt.

Wilhelminalaan 1, 1441 EK Purmerend
Tel: 0299-767002 / E-mail: info@partnersinadministraties.nl