Per 1 januari 2025 vervalt het lage-inkomensvoordeel (LIV): de tegemoetkoming die u als werkgever kunt krijgen voor werknemers met een laag inkomen. Voor het jaar 2024 heeft u daar nog recht op.
Voorwaarden? U heeft recht op het LIV voor werknemers:
- die in 2024 een gemiddeld uurloon hebben van minimaal € 14,33 en maximaal € 14,91; en
- waarvan in 2024 ten minste 1.248 verloonde uren zijn opgenomen in de loonaangifte. Let op. De werknemer mag niet de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt hebben en moet verzekerd zijn voor een of meerdere werknemersverzekeringen.
Verloonde uren. Het gemiddelde uurloon van een werknemer wordt bepaald door het jaarloon te delen door het aantal verloonde uren. Verloonde uren zijn de uren waarover loon is betaald. Dit zijn:
- de overeengekomen uren tussen u en de werknemer (de uren die in het contract staan). Hieronder vallen dus ook de niet-gewerkte uren die volledig zijn uitbetaald, zoals bij verlof of ziekte;
- de extra uren die een werknemer werkt en uitbetaald krijgt, zoals overuren. Hieronder vallen dus ook de niet-opgenomen verlofuren die volledig zijn uitbetaald.
Hoeveel bedraagt het LIV? Het lage-inkomensvoordeel bedraagt € 0,49 per verloond uur van de werknemers die voldoen aan de voorwaarden, met een maximum van € 960 per werknemer in 2024. Tip 1. Het LIV hoeft u niet aan te vragen. De Belastingdienst keert het LIV automatisch uit. Het UWV berekent op basis van uw ingediende loonaangiften 2024 of en hoeveel LIV u ontvangt. Tip 2. Komt een werknemer niet aan de 1.248 verloonde uren, overweeg dan om deze werknemer extra op te roepen om zo aan de 1.248 uren te komen. Tip 3. Is het gemiddelde uurloon van een werknemer te hoog, overweeg dan onbelaste kostenvergoedingen en het opnemen van belast loon in de werkkostenregeling. Dit telt namelijk niet mee voor de berekening van het LIV.