Waarom ooit ingevoerd? Om fraude met de btw te voorkomen, is de verleggingsregeling ingevoerd. Vanwege het doel van de regeling is deze met name van toepassing op fraudegevoelige goederen, zoals mobieltjes. Vanwege hetzelfde doel kent de regeling scherpe voorwaarden. Dat u hieraan maar beter kunt voldoen, bleek onlangs uit een arrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2023:691) . Wat speelde er en wat kunt u ermee?
Verleggingsregeling
Als u de verleggingsregeling moet toepassen, brengt u aan de afnemer van de goederen geen btw in rekening. In plaats daarvan zet u op de factuur ‘btw verlegd’. De afnemer van de goederen moet de btw wel aangeven. Gebruikt hij de goederen vervolgens voor belaste prestaties, dan kan hij de btw ook weer aftrekken en betaalt hij per saldo dus niets.
Voor welke goederen en diensten? De verleggingsregeling geldt met name bij:
- de levering van diensten aan het buitenland;
- de onderaanneming en het uitlenen van personeel in de sectoren bouw en scheepsbouw en bij schoonmaakbedrijven en hoveniers;
- de levering van mobiele telefoons, chips, spelcomputers, laptops en tablets;
- de levering van goud;
- de levering van afval en oude materialen.
Identificatienummer. Als u de verleggingsregeling moet toepassen, vermeldt u op de factuur ook het btw-identificatienummer van de afnemer. Het btw-identificatienummer is het nummer met een landcode ervoor, bijv. ‘NL’. U kunt op https://ec.europa.eu/taxation_customs/vies/#/vat-validation controleren of het btw-identificatienummer dat uw afnemer opgeeft, klopt. Op de factuur vermeldt u de vergoeding per btw-tarief.
Identificatienummer onjuist. In de hiervoor genoemde rechtszaak kreeg een handelaar in oude metalen te maken met de verleggingsregeling. De afnemer had de metalen zelf afgehaald en cash afgerekend. Het btw-identificatienummer bleek na controle niet te kloppen. Toch waren de goederen meegegeven en was er op de factuur vermeld dat de btw verlegd was. Bij een controle kwam dit aan het licht, waarna de handelaar in oude metalen op een naheffingsaanslag werd getrakteerd. Deze legde de zaak vervolgens voor aan de rechter.
Ondernemer of niet? Voor Hof Den Bosch was voldoende duidelijk dat de afnemer van de oude metalen ondernemer was en dus vond het hof een naheffing niet op zijn plaats. Hier denkt de Hoge Raad echter anders over. Volgens het hof is niet bewezen dat de handelaar in oude metalen meewerkte aan fraude. De Hoge Raad is echter van mening dat er, zonder dat de identiteit van de afnemer vaststaat, niet gegarandeerd kan worden dat de verschuldigde btw daadwerkelijk zal worden afgedragen. De Hoge Raad liet de naheffing dan ook in stand.
Wat kunt u hiermee?
Het arrest maakt duidelijk dat het oppassen geblazen is als u de verleggingsregeling moet toepassen. Past u deze toe zonder dat de identiteit van de afnemer bekend is, dan loopt u namelijk het risico dat de fiscus de verschuldigde btw op u gaat verhalen.