Overzicht in een notendop
Op Prinsjesdag werd duidelijk dat de Miljoenennota voor het MKB tal van lastenverzwaringen bevat. Toch is niet alles kommer en kwel en zijn er ook voor de kleine zelfstandige ondernemer nog de nodige lichtpuntjes. Hierna volgt een opsomming van de meest belangrijke items, zodat u weet wat er speelt.
Lastenvermindering box 1. Het kabinet heeft geprobeerd de koopkracht zo goed mogelijk te repareren, met name via het bekende prijsplafond voor energie en via maatregelen in box 1. Zo daalt het tarief van de eerste schijf van 37,07 naar 36,93%. Het tarief van de tweede schijf blijft gelijk, maar deze schijf wordt fors verlengd, van € 69.399 naar € 73.031. Daardoor betaalt u pas veel later het hoge tarief van 49,5%. Dit scheelt u maximaal € 457 netto per jaar. Ook de algemene heffingskorting en de arbeidskorting stijgen. Het maximum van de algemene heffingskorting stijgt van € 2.888 naar € 3.070, dat van de arbeidskorting zelfs van € 4.260 naar € 5.052.
Toeslagen omhoog. Om de koopkracht te repareren, gaan ook de zorg- en huurtoeslag en het kindgebonden budget omhoog. Voor de zorgtoeslag gaat het om circa € 420 per jaar, voor de huurtoeslag om circa € 204 per jaar. Daarnaast dalen de huren van sociale huurwoningen tot gemiddeld € 684 per jaar voor huishoudens met een inkomen tot 120% van het sociaal minimum. Het maximale bedrag van het kindgebonden budget dat ouders ontvangen voor het eerste kind, tweede kind en het extra bedrag voor alleenstaande ouders, worden in 2023 verhoogd met € 356 per jaar. Het maximale bedrag vanaf het derde kind wordt verhoogd met € 468 per jaar.
Wijzigingen box 3. Vanwege het zogenaamde ‘Kerstarrest’ van de Hoge Raad wordt vermogen in box 3 voortaan anders belast. Dit betekent dat met name spaargeld nauwelijks meer belast wordt. Verder wordt het heffingsvrije vermogen verhoogd van € 50.650 naar € 57.000. Voor partners geldt het dubbele. Hierdoor is maximaal € 12.700 meer van uw vermogen vrijgesteld van de heffing. De heffing stijgt in 2023 wel van 31 naar 32%.
Zvw en Aof-premie omlaag. De Zvw-premie daalt in 2023 met 0,07%-punt. Voor uw werknemers betaalt u dan 6,68% in plaats van 6,75% thans. Ook voor uzelf betaalt u deze premie. Deze daalt volgend jaar van 5,50% nu naar 5,43% in 2023. Ook de Aof-premie zal dalen, want hiervoor is € 230 miljoen beschikbaar. Dit levert naar verwachting een premieverlaging voor kleine werkgevers van 0,5%-punt op, wat u voor een modale werknemer ongeveer € 180 per jaar scheelt.
Vrije ruimte werkkostenregeling stijgt. Ook de vrije ruimte van de werkkostenregeling stijgt. Over de eerste € 400.000 van uw loonsom bedraagt deze in 2023 3% in plaats van 1,7% nu. Over het meerdere van de loonsom blijft het 1,18%. U heeft daardoor meer ruimte om extraatjes, zoals een kerstpakket of bonus, belastingvrij uit te delen.
Automaatregelen verruimd
De belastingvrije vergoeding voor uw werknemers voor het gebruik van de privéauto voor zakenritten, wordt verhoogd van € 0,19/km naar € 0,21/km. Dit hogere bedrag mag u ook van de winst aftrekken voor zakenritten die u zelf met uw privéauto maakt. Verder wordt de verlaging van de accijns op brandstoffen verlengd tot 1 juli 2023. Daarna wordt de verlaging gehalveerd tot 1 januari 2024.