“…Doet u waar u goed in bent en laat de rest aan ons over…”
Waar gaat het over? Op het einde van het jaar bepaalt u de voorraad goederen die in uw bedrijf aanwezig is. Dit doet u door te inventariseren (tellen). Deze zgn. eindvoorraad wordt meestal tegen de historische kostprijs gewaardeerd, tenzij u andere waarderingsmethodes hanteert (bijv. lifo of fifo).
Tip. Overleg met uw adviseur of uw waarderingsmethode nog wel up-to-date is. De getelde voorraad x de kostprijs staat in de balanspost ‘voorraden’. Tip. Als blijkt dat de voorraad minder waard is dan de kostprijs, dan mag u die afwaarderen naar de lagere marktwaarde. Door uw voorraad dit jaar af te waarderen, neemt uw winst in 2016 dus af. Dit levert u, weliswaar minimaal, rente- en liquiditeitsvoordeel. Hoe doet u dit fiscaal juist?
U mag uw voorraad afwaarderen als duidelijk is dat u de door u betaalde kostprijs er niet meer voor krijgt. Dit kan allerlei oorzaken hebben:
Aannemelijk maken. De Belastingdienst is geïnteresseerd in de waarde van uw voorraad. Dat is nogal logisch, want een afwaardering van de voorraad heeft een daling van de (jaar)winst tot gevolg, vandaar dat u niet zomaar klakkeloos voorraad mag afwaarderen. U moet de waardedaling kunnen onderbouwen.
Documentatie bewaren. Vaak kunt u al aan de hand van uw inkoopvoorraad en verkoopadministratie inzicht verkrijgen in de mate van incourantheid. Bewaar alles wat de afwaardering onderbouwt.
U heeft voor de zomer een flinke voorraad parasols ingekocht, maar de verkoop van parasols heeft niet gelopen zoals u had gehoopt. In september begint u aan de uitverkoop. Als de parasols die u heeft ingekocht voor € 50,- nu voor slechts € 35,- de deur uitgaan, hoeft u niet meer na te denken over hoe uw voorraad af te boeken.
Tip. Ook als er gedurende het jaar helemaal niets uit de voorraad verkocht is, kan dat een aanwijzing zijn dat de artikelen incourant zijn geworden.
Let op. Zolang een voorraad een opbrengstwaarde behoudt, mag u de voorraad niet tot nihil afwaarderen.
Bij de inventarisering van uw voorraad telt u 10.000 stuks van een product. U heeft hier per stuk € 2,50 excl. btw voor betaald. De balanswaarde is 10.000 x € 2,50 = € 25.000,-. Bij uw leverancier koopt u hetzelfde product nu in voor € 1,50 per stuk, excl. btw. De marktwaarde is dus 10.000 x € 1,50 = € 15.000,-. U mag nu € 10.000,- ten laste van de verlies- en winstrekening brengen.
Bewijs. Vraag uw leverancier om een bevestiging van de geldende inkoopprijs per einde boekjaar.
Let op. Als de verschillen erg groot zijn, is het zaak om dit nauwkeurig te onderbouwen. De fiscus zal bij grote afwaarderingen graag willen weten waarom u dat jaar de winst zo enorm heeft verlaagd.