Algehele vrijstelling
Van schenkbelasting is vrijgesteld (niet-limitatief) hetgeen dat wordt verkregen:
- van de koning;
- door de staat;
- door een provincie of gemeente;
- door een Algemeen nut beogende instelling (ANBI);
- door een Sociaal belang behartigende instelling (SBBI).
Voor verkrijgingen door een provincie, gemeente, ANBI of SBBI geldt de algehele vrijstelling, mits aan de verkrijging niet een opdracht is verbonden, welke aan de verkrijging het karakter ontneemt van te zijn geschied in het algemeen belang.
Ouder-kind
Van de algehele vrijstellingen is die van de ANBI en SBBI het meest van belang. Belangrijker nog is de ouder-kindvrijstelling. De reguliere vrijstelling bedraagt in deze verhouding voor kalenderjaar 2025 € 6.713. Dit bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd met een inflatiecorrectie, waardoor het bedrag meestal jaarlijks met enkele tientjes wordt verhoogd. Voor een kind tussen 18 en 40 jaar wordt dit bedrag eenmalig verhoogd tot een bedrag van:
- € 32.195; of
- € 67.064, indien het bedrag is bestemd voor de betaling van kosten van een studie of de opleiding voor een beroep ten behoeve van dat kind en deze kosten aanzienlijk hoger zijn dan gebruikelijk. Ook laatstgenoemde twee bedragen worden jaarlijks geïndexeerd.
Jubelton verleden tijd. Dat betekent dat de verhoogde vrijstelling voor de eigen woning (de zogenaamde ‘jubelton’) niet meer bestaat. Het bedrag van € 32.195 is door het kind vrij besteedbaar. Dit bedrag mag dus wel gebruikt worden (voor de aankoop van) een woning, maar dat is geen vereiste om voor de vrijstelling in aanmerking te komen. Op de verhoogde vrijstellingen dient in de aangifte schenkbelasting een beroep te worden gedaan. De aangifte dient gedaan te worden voor 1 maart van het jaar volgend op het kalenderjaar waarin eenmalig meer is geschonken.
Twee bijzonderheden. In de categorie ouder-kind gelden er verder twee bijzonderheden. Schenkingen door ouders tezamen of afzonderlijk gedurende een kalenderjaar aan een kind gedaan, worden aangemerkt als één schenking ten belope van het gezamenlijk bedrag. De ouders van een kind worden derhalve als een en dezelfde schenker beschouwd. Gescheiden ouders dienen zich hier in het bijzonder bewust van te zijn. Daarnaast geldt dat gedurende een kalenderjaar door dezelfde schenker aan dezelfde begiftigde gedane schenkingen worden aangemerkt als deel uitmakend van één schenking ten belope van het gezamenlijk bedrag.
Wat houdt dat in? Dat houdt in dat alle door ouders gedane schenken aan een kind in één kalenderjaar bij elkaar worden opgeteld. Wordt er zodoende meer geschonken dan de reguliere vrijstelling van het betreffende kalenderjaar, dan dient er aangifte schenkbelasting te worden gedaan. Blijft het totaal geschonken bedrag onder de reguliere vrijstelling, dan is er geen schenkbelasting verschuldigd en hoeft er geen aangifte te worden gedaan.
In andere gevallen. In alle andere gevallen geldt er een vrijstelling € 2.690. Deze vrijstelling geldt bijv. voor schenkingen door een kind aan een ouder, van iemand aan zijn/haar broer of zus, van iemand aan zijn/haar neefje of nichtje, van iemand aan zijn/haar oom of tante of van iemand aan zijn/haar kleinkind.