“…Doet u waar u goed in bent en laat de rest aan ons over…”

Wanneer behoort een auto waarmee u privé en zakelijk rijdt tot keuzevermogen of verplicht als privévermogen?

Keuzevermogen, hoe zit dat? Als u in de inkomstenbelasting een bedrijfsmiddel zowel zakelijk als privé gebruikt, hoort het tot het zogenaamde ‘keuzevermogen’. Dit betekent dat u zelf mag kiezen of u het bedrijfsmiddel als ondernemingsvermogen aanmerkt of niet. In het laatste geval behoort het dan tot uw privévermogen. Beide keuzes kennen wel enkele voorwaarden en zijn verschillend van invloed op uw winstberekening.

Wanneer keuzevermogen of juist niet?

Zoals gezegd, gelden er voor keuzevermogen enkele voorwaarden. Gebruikt u een bedrijfsmiddel namelijk voor minder dan 10% zakelijk, dan is het verplicht privévermogen. Gebruikt u een bedrijfsmiddel juist voor meer dan 90% zakelijk, dan is het verplicht ondernemingsvermogen. In alle tussenliggende situaties, u gebruikt een bedrijfsmiddel bijv. voor 60% zakelijk en voor 40% privé, mag u kiezen. Vandaar de benaming ‘keuzevermogen’. Let op.  Deze keuze maakt u bij het eerste gebruik van uw bedrijfsmiddel en hierop kunt u niet zomaar terugkomen.

Uw keuze ondernemingsvermogen. Rekent u een bedrijfsmiddel tot uw ondernemingsvermogen, dan komen de kosten ervan ten laste van uw winst. Gebruikt u het echter deels privé, dan mag u een evenredig deel van de kosten niet van de winst aftrekken. Verkoopt u het bedrijfsmiddel weer, dan komt boekwinst ten goede aan de winst en boekverlies ten laste van de winst.

Uw keuze privévermogen. Rekent u een bedrijfsmiddel daarentegen tot uw privévermogen, dan komen de kosten niet ten laste van de winst. Gebruikt u het ook voor uw bedrijf, dan kunnen de hiermee gepaard gaande kosten ten laste van de winst worden gebracht, maar er gelden wel veel beperkingen. Zo kunt u bijv. voor het zakelijk gebruik van muziekinstrumenten, geluidsapparatuur, gereedschappen, computers en beeldapparatuur niets ten laste van de winst brengen.

Bijv. de auto als keuzevermogen?

Ook een auto die u zowel zakelijk als privé gebuikt, hoort dus in beginsel tot het keuzevermogen. Er geldt hiervoor wel een afwijkende regeling. Een auto behoort namelijk verplicht tot uw ondernemingsvermogen als uw privégebruik op jaarbasis niet meer is dan 500 kilometer. Bij een hoger privégebruik behoort de auto dus tot het keuzevermogen en mag u zelf weten of u deze tot het ondernemings- of privévermogen rekent. Gebruikt u de auto meer dan 90% zakelijk, dan behoort deze ook verplicht tot het ondernemingsvermogen.

Omgekeerde situatie? Onlangs bracht een collega van u zijn zaak voor de rechter, omdat hij zijn auto als zakelijk wilde aanmerken maar de inspecteur dit weigerde (ECLI:NL:HR:2023:1096) . De man had met zijn auto zo’n 22.000 kilometer gereden, waarvan 1.453 kilometer zakelijk. Dit is minder dan 10% en dus vond de inspecteur dat de auto verplicht tot het privévermogen behoorde. Uw collega was echter van mening dat hij de auto tot het ondernemingsvermogen kon rekenen, omdat hij met de auto meer dan 500 kilometer zakelijk had gereden. Hij wilde dus in feite de grens met betrekking tot de bijtelling vanwege privégebruik ook hanteren voor de omgekeerde situatie, waarbij het gaat om zakelijk gebruik. Dus bij een hoger zakelijk gebruik (meer dan 500 kilometer) moest er volgens hem de mogelijkheid zijn de auto tot het ondernemingsvermogen te rekenen.

Wat vond de rechter? De zaak komt voor de Hoge Raad. Deze geeft de inspecteur gelijk en ziet geen reden om voor de betreffende situatie af te wijken van de hoofdregel dat de auto alleen tot het ondernemingsvermogen gerekend mag worden als deze 10% of meer zakelijk wordt gebruikt. In dit geval was het aantal zakelijke kilometers echter beduidend minder, waardoor de auto verplicht tot het privévermogen moest worden gerekend.

Wat kunt u hiermee?

Of u een auto tot het ondernemingsvermogen rekent, is geen eenvoudige keuze. Er zijn nogal wat factoren van invloed op het maken van de voordeligste keuze. Zo heeft u bijv. met de bekende bijtelling te maken, als u ervoor kiest de auto op de zaak te zetten. Doet u dit niet, dan kunt u voor zakelijke ritten alleen een vast bedrag per kilometer – in 2023 € 0,21 en in 2024 € 0,23 – ten laste van de winst brengen. Probeer daarom bij aanschaf van een auto deze factoren altijd zo goed mogelijk in te schatten, zodat u voor de voordeligste variant kiest. Probeer ook de factoren inzake uw autogebruik voor de toekomst zo goed mogelijk in te schatten, want een eenmaal gemaakte keuze kunt u niet zomaar wijzigen en u zit er dus in beginsel aan vast totdat u de auto weer verkoopt.

Tot wanneer uw keuze herzien? In dit verband is van belang dat u uw keuze voor de auto al dan niet op de zaak te zetten kunt herzien totdat uw belastingaanslag waarbij deze keuze voor het eerst een rol speelt, definitief vaststaat. Daarna zit u er dus aan vast, tenzij er sprake is van een bijzondere omstandigheid. Dit kan bijv. nieuwe rechtspraak zijn die zo van invloed is op uw keuze dat u deze, als de uitspraak eerder was geweest, anders had gemaakt. Ook moet u uw keuze herzien als u met de auto nog maar zo weinig privé of zakelijk rijdt, dat deze verplicht tot het ondernemingsvermogen of privévermogen gerekend moet worden. Tip.  Onthoud ten slotte dat u bij aankoop van een andere auto altijd uw keuze kunt herzien. Let op.  Voor de btw gelden er andere regels inzake uw keuze.

Gebruikt u uw auto zowel privé als zakelijk, dan mag u deze alleen tot het ondernemingsvermogen rekenen als u de auto 10% of meer zakelijk gebruikt. Realiseer u dat u aan een eenmaal gemaakte keuze voor privé of zakelijk in beginsel vastzit zolang de auto in uw bezit is.

Wilhelminalaan 1, 1441 EK Purmerend
Tel: 0299-767002 / E-mail: info@partnersinadministraties.nl