“…Doet u waar u goed in bent en laat de rest aan ons over…”

Wanneer is verhuur van een deel van de woning belast?

Verhuur neemt toe. Het tijdelijk verhuren van een deel van de eigen woning neemt de laatste jaren een steeds grotere vlucht. Vrijwel iedereen is inmiddels bekend met verhuurorganisaties als Airbnb en veel woningbezitters proberen op deze manier de kosten van hun woning te drukken. Maar zijn de verhuurinkomsten ook belast en zo ja, hoe precies? Welke uitzonderingen bestaan hierop en wanneer kan men daar gebruik van maken? Op deze vragen heeft Rechtbank Noord-Holland (ECLI:NL:RBNHO:2023:2875) onlangs in een rechtszaak meer duidelijkheid geboden. Wat speelde er?

Zelfstandig gastenverblijf of niet?

In de zaak die voor de rechtbank speelde, had een echtpaar hun eigen woning laten verbouwen om deze uit te breiden met een gastenverblijf. Dit gastenverblijf was bedoeld voor tijdelijke verhuur. Het gastenverblijf bestond uit een bijkeuken met toegang tot de woning, alsmede een kamer met keukenblok, sanitair en een douche. Het gastenverblijf beschikte over een eigen ingang en had eigen gas-, elektra- en watervoorzieningen. Gelet op het feit dat het gastenverblijf volledig zelfstandig kon functioneren, was de verhuurder van mening dat het niet tot de eigen woning behoorde. De inspecteur vond van wel, waarna de zaak voor de rechter kwam.

Behorend tot de eigen woning?

De rechtbank was van mening dat het gastenverblijf tot de eigen woning behoorde. Zelfs als het als een ‘aanhorigheid’ bij de woning zou moeten worden aangemerkt, betekende dit dat het toch tot de eigen woning behoorde. Het gastenverblijf behoorde ook kadastraal bij de eigen woning. Ook was van belang dat het gastenverblijf in dienst van de eigen woning gebruikt kon worden.

Tijdelijk ter beschikking of niet?

Vervolgens diende de rechtbank zich te buigen over de vraag of het gastenverblijf slechts tijdelijk verhuurd werd. Ook dit was volgens de rechtbank het geval. De eigenaren konden namelijk zelf beslissen of zij zelf over het gastenverblijf wilden beschikken of dit wilden verhuren. De verhuur besloeg alles bij elkaar gedurende het jaar een periode van zo’n twee maanden. Het gastenverblijf werd dan ook slechts tijdelijk ter beschikking gesteld aan derden, omdat telkens vaststond dat het op korte termijn weer ter beschikking van de verhuurders zou komen. Dat de verhuurders het gastenverblijf zelf niet gebruikten als het niet verhuurd werd, deed daarbij niet ter zake.

Hoeveel belasting? Het hiervoor genoemde betekende dat van de verhuurinkomsten 70% belast werd in box 1. Daarbij gaat het wel om de nettoverhuurinkomsten, dus na aftrek van de kosten van de verhuur. De fiscus werd dan ook door de rechtbank in het gelijk gesteld.

Wat kunt u hiermee?

Besluit u een deel van uw eigen woning tijdelijk te verhuren, houd er dan rekening mee dat u over de netto-inkomsten 70% belasting betaalt. Let op.  Er geldt geen vrijstelling, zoals bij kamerverhuur. Deze vrijstelling bedraagt voor 2023 € 5.881. Er moet dan wel sprake zijn van langdurige verhuur, wat onder andere moet blijken uit het feit dat de huurder op het adres van uw woning bij de gemeente staat ingeschreven.

Een zelfstandige aanbouw aan uw woning wordt voor de verhuurinkomsten toch tot de eigen woning gerekend en dus zijn de inkomsten belast. Onthoud dat het daarbij niet van belang is of u dit deel van uw woning al dan niet zelf gebruikt als u het niet verhuurd.

Wilhelminalaan 1, 1441 EK Purmerend
Tel: 0299-767002 / E-mail: info@partnersinadministraties.nl